Bewapende musketier met bandelier op de borst. (Atelier van) Hendrick Goltzius, 1585 -1589. Rijksstudio Rijksmuseum
Kruitmaten van hout en leer, opgedoken bij een zeventiende-eeuws scheepswrak dat op de bodem van de Waddenzee ligt. Bij dit zogenaamde Palmhoutwrak zijn honderden bijzondere objecten gevonden, waaronder een unieke zeventiende eeuwse jurk. Het schip was zwaar bewapend, vermoedelijk omdat het op de Middellandse zee voer. De Noord-Afrikaanse kust wemelde van de ‘Barbarijse zeerovers’, waar men zich tegen wilde beschermen.
Aan een riem
Kruitmaatjes zijn kleine houten kokertjes met een leren omhulsel. Ze werden aan een leren band gedragen en bevatten precies genoeg kruit voor een schot. De leren riemen waaraan de kokers met buskruit bevestigd werden, heten bandeliers.
Apostelen
Musketiers, voetsoldaten die met een musket gewapend zijn, droegen de bandeliers op de borst. Per schot was ongeveer de helft van het gewicht van de kogel in buskruit nodig. Omdat er vaak twaalf maatjes aan één bandelier hingen, werden deze ook wel ‘apostelen’ genoemd.
Onderzoek
Objecten als de kruitmaatjes geven de onderzoekers een beeld van de bewapening van het schip. De kruitmaatjes zijn op kosten van de provincie Noord-Holland geconserveerd en gerestaureerd en kunnen daardoor nu in het museum getoond worden.